
De Grote Arcana bestaan uit de 22 hoofd- of troefkaarten. Elke Grote Arcanakaart heeft een titel en een getal. De getallen gaan van 1 tot 21, De Dwaas heeft het getal 0. De Grote Arcanakaarten weerspiegelen de belangrijkste fases in de levensweg van de mens en de belangrijke veranderingen in het leven.
Hieronder vind je per kaart enige uitleg over duiding en betekenis van de kaarten in de Grote Arcana.
0 De Dwaas
Onbezorgdheid, verwondering
I De Magier
zelfbewustzijn, slimheid, handigheid
II De Hogepriesteres
Fijngevoeligheid, intuïtie
III De Keizerin
Vruchtbaarheid, creativiteit
IV De Keizer
Starheid, verantwoordelijkheid
V De Hierofant
Vertrouwen, zelfvertrouwen
VI De Geliefden
Liefde, vriendschap, vereniging
VII De Zegewagen
Vrijheidsdrang, ambitie
VIII Kracht
Kracht, levensmoed, passie
IX De Kluizenaar
Eenzaamheid, teruggetrokkenheid
X Rad van Fortuin Lot, overmacht
XI Gerechtigheid
Onkreukbaarheid, objectief inzicht
XII De gehangene
Afgedwongen rust, ziekte
XIII De Dood
Loslaten, afscheid
XIV Matiging
Evenwicht, gelatenheid, zielerust
XV De Duivel
Afhankelijkheid, willoosheid
XVI De Toren
Traumatische verandering, catastrofe
XVII De Ster
Hoop, wijsheid en inzicht
XVIII De Maan
Romantische dromen, angst
XIX De Zon
Warmte, optimisme, levensvreugde
XX Het Oordeel
Herrijzenis, transformatie
XXI De Wereld
Gelukkige tijden
Het verhaal dat de Grote Arcana vertelt kan worden opgedeeld in vier fasen. Enerzijds maakt dit het gemakkelijker om de kaarten te memoriseren en interpreteren, anderzijds geeft dit ons een raamwerk om het verhaal dat de kaarten vertellen te plaatsen.
De eerste fase beslaat de eerste drie kaarten: de Dwaas, de Magiër en de Hogepriesteres. Deze fase wordt de ‘basis’ genoemd, de grondslag van het leven.
De volgende fase houdt de volgende vijf kaarten in: de Keizerin en de Keizer, de Hogepriester, de Geliefden en de Strijdwagen. Zij vormen de fase van ‘materie’, dat wat tastbaar invloed heeft op ons leven.
De derde fase beslaat zeven kaarten: de Kracht, de Kluizenaar, het Rad van Fortuin, de Rechtvaardigheid, de Gehangene, de Dood en de Gematigdheid. Deze kaarten zijn verbonden door het thema ‘inzicht’.
De laatste fase bestaat uit de laatste zeven kaarten: de Duivel, de Toren, de Ster, de Maan, de Zon, het Oordeel en de Wereld. Wat deze kaarten verbindt is ‘éénwording’; wat de voorgaande fases ons hebben geleerd, wordt hier geïntegreerd in ons bestaan.